Het winnen van een zaak is het einde van het vermaak. Alle gekheid op een stokje: het winnen van een zaak in civiele procedures is vaak afhankelijk van het geleverde bewijs. Over het onderwerp bewijsrecht zijn vele boeken verschenen. Ik zal proberen de kern van het bewijsrecht samen te vatten.

Hoofdregel van het bewijsrecht is: Wie stelt, bewijst! Met andere woorden: wie stelt, draagt de bewijslast. Dat betekent dat de eiser in een dagvaardingsprocedure zijn stellingen in de dagvaarding moet kunnen bewijzen. Als de gedaagde in zijn verweer stellingen poneert, zal de gedaagde die moeten bewijzen.

Er zijn een paar uitzonderingen op de regel “Wie stelt, bewijst.” In de wet kunnen bepalingen zijn opgenomen die de bewijslast van de eiser “omkeren” naar de gedaagde. Dat wordt een wettelijk bewijsvermoeden genoemd. Een voorbeeld is de verkoop van een dure auto voor € 1,- aan een koper binnen een jaar voorafgaand aan het faillissement van de verkoper. In zo’n geval zegt de wet dat wordt vermoed dat de koper wist dat schuldeisers van de verkoper (later failliet) door die transactie zouden worden benadeeld. De curator die de verkoop wil vernietigen om de auto weer terug in het vermogen van de failliet te krijgen, kan dan rustig achter over leunen. Het is dan namelijk aan de koper om te bewijzen dat hij niet wist dat de schuldeisers benadeeld zouden worden.

Bewijs kan worden geleverd door schriftelijke stukken, zoals brieven en contracten maar ook elektronische gegevens, zoals e-mailberichten.

Ook getuigen kunnen bijdragen aan het bewijs en worden dan onder ede door de rechter gehoord. Zij dienen daarvoor voorafgaand de eed of belofte af te leggen. De eed is voor getuigen met een christelijke achtergrond, de belofte voor degenen zonder religieuze achtergrond.

De eed, die staand met twee vingers in de lucht wordt uitgesproken, luidt: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Ik heb getuigenverklaringen meegemaakt waarbij de getuige vanwege de zenuwen niet uit zijn woorden kwam: “Zo waar helpe mij God alle machtig.” en waarbij (onbedoeld) met name de middelvinger in de lucht wees. De getuige die de belofte aflegt zegt (ook staand) enkel: “Dat beloof ik.”

Voor een getuigenverhoor wordt een afzonderlijke zitting gepland. Een verhoor is vaak voor zowel de getuige als de advocaten een enerverende zitting. Zowel de advocaat die de getuige heeft aangebracht, als de advocaat van de wederpartij zijn bij de zitting aanwezig. Op de zitting stelt de rechter de vragen aan de getuige.

De verklaring van de getuige wordt door de rechter gedicteerd aan de griffier. De griffier legt dit schriftelijk vast in een zogenaamd “proces-verbaal”. Anders dan in de Verenigde Staten wordt de letterlijke tekst van de getuige niet gedicteerd, maar door de rechter “vertaald” naar de griffier. Dat leidt bij het opmaken van het proces-verbaal wel eens tot discussie. Heeft de griffier de verklaring wel op de juiste wijze vastgelegd? Vooral de advocaten van de procespartijen letten daar nauwkeurig op. Wanneer er discussie bestaat over een bepaald onderwerp, wordt de getuige nog eens gevraagd wat hij/zij heeft bedoeld te verklaren. Getuigenverhoren kunnen hierdoor soms behoorlijk uitlopen.

Voor de advocaten is een getuigenverhoor vaak ook spannend. Het is niet zeker wat de getuigen zullen verklaren. Eén getuige kan winst of verlies van de procedure betekenen. De rechter stelt aan het einde van het getuigenverhoor de advocaten van beide partijen altijd in de gelegenheid tot het stellen van vragen. Het stellen van vragen aan getuigen ter verdediging van jouw cliënt is altijd minder spannend dan het stellen van vragen aan getuigen van de wederpartij. De belangrijkste regel die advocaten tijdens hun beroepsopleiding leren is dat je nooit vragen aan getuigen moet stellen waar jij als advocaat het antwoord niet op weet. Aan getuigen van de wederpartij kun je bovendien vaak beter gesloten vragen stellen, waar alleen met ja of nee op kan worden geantwoord. In het slechtste geval gaat die getuige helemaal los op jouw cliënt en dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkómen.

Of een partij slaagt in het leveren van het bewijs door getuigenverhoren is in de praktijk vaak onzeker. De weegschaal van het recht kan aan beide kanten doorslaan. Je kunt daarom beter een civiele procedure proberen te voorkomen door het maken van duidelijke schriftelijke contracten waar ieder mogelijk misverstand over de feiten uit de wereld wordt geholpen. Mocht het toch tot een geschil komen, kan het voordeliger zijn om toe te werken naar een schikking tussen de strijdende partijen. Maar soms lukt dat niet en dan kun je maar beter beschikken over een advocaat die in het bewijsrecht zijn weg weet te vinden.

Jaap is gepokt en gemazeld procesadvocaat en kan je alles vertellen over bewijslast en andere aspecten van het procesrecht. Neem gerust eens contact met hem op!