Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Zo ook in de advocatuur, bij gerechtsdeurwaarders en zelfs bij de rechtbank, gerechtshoven en de Hoge Raad. Bij het procederen kan er van alles misgaan. En in de praktijk gebeurt dat ook. Dit blog is te kort om alle mogelijke fouten die er bij procedures gemaakt kunnen worden de revue te laten passeren, dus ik zal een aantal voorbeelden noemen.

De verkeerde partij dagvaarden
Zoals beschreven in onze eerdere blogposts, start je een procedure meestal door middel van het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank dan wel het uitbrengen van een dagvaarding. Omdat de procedures die de advocaten van Turnaround Advocaten voeren veelal worden gestart door het uitbrengen van een dagvaarding, zal ik me hierna tot mogelijke fouten in de dagvaarding beperken.

Wat nog wel eens misgaat, is dat niet de juiste partij wordt gedagvaard. Dat klinkt misschien onlogisch, maar in de praktijk komt het vaak voor dat het niet helemaal duidelijk is met wie de ander nou een afspraak heeft. Dat kan bijvoorbeeld spelen als iemand een contract heeft ondertekend met zijn eigen (privé)naam, maar ook een bedrijf heeft. Er kan dan discussie bestaan of het contract nu met de persoon in privé is aangegaan of met diens bedrijf (bijv. een besloten vennootschap of een vennootschap onder firma). Een ander voorbeeld is dat meerdere bedrijven in een groep zitten (onder één eigenaar) en het niet duidelijk is met welk bedrijf nu een bepaalde afspraak is gemaakt. Het ene bedrijf heeft bijvoorbeeld het contract ondertekend, maar de ander heeft de gemaakte afspraken uitgevoerd.

Als de rechtbank vindt dat niet de juiste partij is gedagvaard, dan heeft dit in principe tot gevolg dat de ingestelde vorderingen zullen worden afgewezen. Dit wordt niet-ontvankelijkheid van de eiser in zijn of haar vorderingen genoemd. Dat is natuurlijk zuur voor de eisende partij, maar die kan dat vervolgens oplossen door alsnog de juist partij te dagvaarden en dus door opnieuw de vorderingen in te stellen. Dit zal dan echter wel wat extra kosten met zich meebrengen, omdat de deurwaarder opnieuw op pad moet en er nogmaals griffierecht moet worden betaald bij de rechtbank.

Termijnoverschrijding
In de wet en in de procesreglementen die gelden bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad staan voor diverse proceshandelingen termijnen aangegeven die moeten worden gehandhaafd. Voorbeelden zijn de termijn waarop een dagvaarding moet worden uitgebracht en de termijn waarbinnen de wederpartij daarop mag reageren met de conclusie van antwoord. Een ander voorbeeld is de termijn voor het instellen van hoger beroep tegen een uitspraak van een rechter. Van die termijnen mag in principe niet worden afgeweken, tenzij (in een aantal gevallen) dit met toestemming van de wederpartij en de betreffende rechterlijke instantie is.

Bij het houden aan die termijnen gaat het ook nogal eens mis, bijvoorbeeld omdat de advocaat de termijn niet juist had genoteerd of er niet goed gerekend is met de dagen, weken en/of maanden. De consequenties daarvan verschillen per geval. Soms kan er nog hersteld worden door de proceshandeling alsnog te verrichten, maar sommige termijnen zijn fataal. In dat laatste geval zal de advocaat veelal een beroepsfout hebben gemaakt en daarop kunnen worden aangesproken (en dus even Apeldoorn moeten bellen ;-)).

De verkeerde rechter
De wet kent ook regels over de vraag bij welke rechtbank je moet zijn met een bepaalde vordering. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de absoluut bevoegde rechter (welke soort rechter) en de relatief bevoegde rechter (waar zit die rechter). Als een procedure is gestart bij de verkeerde soort rechter, zal die verkeerde rechter zich meestal onbevoegd verklaren om de zaak in behandeling te nemen. In de meeste gevallen zal de “verkeerde” rechter de procedure dan alsnog verwijzen naar de juiste rechter, die de procedure dan verder kan behandelen. In dat geval zijn er niet echt grote gevolgen voor partijen, behalve dat dit waarschijnlijk tot vertraging zal leiden. Als de procedure in de verkeerde plaats is gestart, dan zal de rechter zich waarschijnlijk ook onbevoegd verklaren en zal de procedure in principe opnieuw gestart moeten worden in de juiste plaats.

Het verkeerde processtuk
Het is daarnaast ook denkbaar dat een procedure gestart is met een verzoekschrift, terwijl dat een dagvaarding had moeten zijn of andersom. In dat geval zegt de wet, dat de advocaat in kwestie in de gelegenheid wordt gesteld om het processtuk alsnog aan de juiste vereisten te laten voldoen. Daaruit blijkt al dat een dagvaarding (en een verzoekschrift) ook inhoudelijk aan een aantal vereisten moeten voldoen. Zo moet de eiser in de dagvaarding onder meer duidelijk maken wat hij van de ander vordert, op welke gronden, wat de ander voor verweer daartegen aanvoert en hoe de eiser kan bewijzen dat alles wat hij stelt en vordert ook juist is. Als de advocaat zich niet houdt aan de vereisten die de wet stelt aan een dagvaarding, kan de dagvaarding zelfs nietig worden verklaard, zodat de vorderingen van de eiser niet zullen worden beoordeeld. Ook in dat geval zal de advocaat waarschijnlijk even Apeldoorn moeten bellen, omdat zijn of haar cliënt de schade die daardoor ontstaat wel zal willen verhalen op de advocaat, die in een dergelijk geval mogelijk een beroepsfout heeft gemaakt.

Zoals gezegd zijn er nog veel meer fouten denkbaar die je als advocaat kunt maken. Daarnaast worden ook door deurwaarders en de rechterlijke instanties fouten gemaakt. Voor de betrokkenen zeer vervelend, maar helaas (bijna) onvermijdelijk. Daarom blijft het belangrijk om als cliënt kritisch te blijven op advocaten, maar ook op deurwaarders en de rechterlijke instanties en – indien mogelijk – stappen te ondernemen als er beroepsfouten zijn gemaakt, waarop iemand kan worden aangesproken. Ook daar kunnen we u bij helpen als dat nodig is. Maar laten we hopen dat het zover niet komt.

Mocht u naar aanleiding van deze of andere blogposts vragen hebben over procedures, neem dan gerust contact met mij op.