Eind vorig jaar gaf ik een aantal cursussen aan SRA-accountants over de aansprakelijkheid van bestuurders en accountants bij een dividenduitkering. Een actueel onderwerp, gelet op de plannen van de regering tot het afschaffen van de dividendbelasting en de nog vrij nieuwe wetgeving daarover.

Het schetsen van het risico van aansprakelijkheid van de accountant bij een dividenduitkering maakte mij geen populaire docent. Omdat de aansprakelijkheid van de accountant bovendien vaak is opgehangen aan de aansprakelijkheid van de bestuurder – waardoor ik genoodzaakt was eerst dieper in te gaan op bestuurdersaansprakelijkheid – daalde mijn populariteit verder. Gelukkig ben ik geen docent geworden om vrienden te maken 😉.

Toch was er in iedere cursus een duidelijke omslag te merken, op het moment dat ik de Hoge Raad uitspraak ‘Reinders-Didam’ behandelde. Voor veel cursisten werd het daarmee glashelder dat het belangrijk is om het aansprakelijkheidsrisico als accountant zo goed als mogelijk te beheersen.

Wat was er in die zaak aan de hand? De bestuurder van een vennootschap had – kort gezegd – op advies van de accountant een dividenduitkering aan de aandeelhouder gedaan. De vennootschap te wiens laste de uitkering werd gedaan, ging kort daarna failliet. De curator sprak hierop met succes de bestuurder aan. De bestuurder sprak op zijn beurt zijn accountant aan.

De accountant verweerde zich met het feit dat hij de bestuurder voor de gevaren van de dividenduitkering had gewaarschuwd. Dat verweer trof geen doel, omdat de dividenduitkering zo evident onrechtmatig was dat de accountant überhaupt niet tot het advies tot het doen van een dividenduitkering had kunnen komen. Met andere woorden: het waarschuwen voor een mijnenveld in je achtertuin ontheft je niet van aansprakelijkheid als iemand ondanks die waarschuwing toch op een mijn trapt. De accountant werd dus aansprakelijk geacht.

Zeker na de nieuwe wetgeving van 1 oktober 2012 is er voor een bestuurder een bijzondere rol weggelegd bij een dividenduitkering. Hij mag het dividendbesluit van de aandeelhouder(s) niet uitvoeren als te voorzien is dat de vennootschap daarna in financiële moeilijkheden komt te verkeren. Dit op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid voor minstens het bedrag van de uitkering.

Dus wat doet die bestuurder? Die wint – om zich in te dekken – advies in bij een accountant om die voorzienbaarheid in te kleuren. Kijkend naar de uitkomst van HR Reinders-Didam begeeft de adviserende accountant zich dan wel op glad ijs.

Accountants kunnen echter veel doen om dit aansprakelijkheidsrisico te beheersen. Zoals door – al dan niet met gezonde tegenzin – zich te laten informeren over het regime voor aansprakelijkheid van bestuurders. Maar ook door het hanteren van de juiste opdrachtvorm, het verrichten van de juiste rapportage en het uitsluiten van aansprakelijkheid, kan het risico worden verkleind.

De cursus die ik gaf duurde steeds een dagdeel en er is dus veel meer over dit onderwerp te zeggen dan ik in dit artikel heb gedaan. Wil je meer weten? Ik kom graag eens bij je langs om er een korte presentatie over te geven, dus bel gerust (085-2010010) of stuur me een mail (jaap@turnaroundadvocaten.nl).