In mijn vorige blogpost schreef ik over de bodemprocedure in eerste aanleg. Aan zo’n bodemprocedure gaat vaak een beslag vooraf.

Als jouw debiteur een opeisbare vordering niet betaalt, mag je hem/haar niet dwingen te betalen door te dreigen met hel en verdoemenis. Dat is “verboden eigenrichting”. Je hebt een rechterlijke uitspraak, een “titel”, nodig om stappen te ondernemen.

Om deze titel te verkrijgen, moet je een bodemprocedure starten (of een incasso kort geding, waarover in een nader blog). Zo’n bodemprocedure kan echter lang duren . Als je dan na lange tijd een vonnis van de rechter hebt, kan het zo zijn dat de debiteur geen geld meer heeft om jouw vordering te betalen. Bijvoorbeeld omdat de debiteur zijn huis heeft verkocht/overgedragen en de overwaarde heeft vergokt of omdat hij andere bezittingen (al dan niet opzettelijk) heeft kwijt gemaakt. Dan zijn alle kosten voor een bodemprocedure gemaakt en kom je van een koude kermis thuis.

Je kunt daarom de rechtbank verzoeken om voorafgaand aan de bodemprocedure een bewarend, een zogenaamd “conservatoir”, beslag te mogen leggen op bezittingen van jouw debiteur. Het verzoekschrift hiertoe dien je in bij de rechtbank van de woon- of vestigingsplaats van jouw debiteur.

In dat verzoekschrift zet de advocaat kort de feitelijke en juridische gronden van de vordering uiteen. Daarnaast bevat het verzoekschrift een opsomming van de bezittingen waarop je specifiek beslag wilt leggen. Daarbij dien je de “vrees voor verduistering”, zoals deze angst in de wet wordt genoemd, te onderbouwen, als je beslag wilt leggen op (on)roerende zaken, zoals meubilair of een huis. Dit geldt niet voor het leggen van beslag onder derden, bijvoorbeeld onder een bank op een banksaldo.

De rechtbank toetst het verzoek tot beslaglegging “marginaal”. Dat wil zeggen niet heel diepgaand. Ook wordt de debiteur niet op het verzoek door de rechtbank gehoord, behalve als je beslag op het loon of een uitkering van de debiteur wilt leggen.

Als de rechtbank het verzoek toewijst, verleent de rechtbank verlof tot het leggen van het beslag. Het komt trouwens bijna nooit voor dat het verzoek wordt afgewezen. De rechtbank geeft in het verlof meteen aan wanneer uiterlijk de dagvaarding in de bodemprocedure door de beslaglegger moet worden uitgebracht. Want dat is een vereiste om beslag te mogen leggen. Meestal is de termijn twee weken na het gelegde beslag.

Het verkregen verlof tot beslaglegging wordt door de procesadvocaat naar de deurwaarder gestuurd. De deurwaarder is de persoon die daadwerkelijk het conservatoir beslag legt. Dat beslag ligt dan bijvoorbeeld op het banksaldo, meubilair of het huis. Zolang het beslag hierop rust, kan de debiteur niet aan het geld komen, of het meubilair of het huis verkopen/overdragen. Dit kan in de praktijk vervelende gevolgen hebben voor de debiteur, met name als je je bedenkt dat een bodemprocedure een enorme tijd kan duren.

Een debiteur kan daarom in kort geding opheffing van het beslag vragen (waarover in een ander blog meer). Ook kan de debiteur aan de beslaglegger aanbieden om een bankgarantie te verstrekken, in ruil voor opheffing van beslag. In dat geval is een kort geding niet nodig.

Als de bodemprocedure is geëindigd door een einduitspraak in het voordeel van de beslaglegger, gaat het conservatoir beslag over in een “executoir” (uitvoerbaar) beslag. Dat wil zeggen dat de deurwaarder de bezittingen waarop eerder beslag is gelegd, kan veilen, oftewel in het openbaar kan verkopen. Dat geldt voor het meubilair en het huis waarop beslag is gelegd. Met de opbrengst ervan wordt dan de vordering van de beslaglegger voldaan. Bij een beslag op een banksaldo, moet de bank het banksaldo waarop beslag is gelegd aan de deurwaarder overmaken.

Als de vordering van de beslaglegger in de bodemprocedure wordt afgewezen en er wordt geen hoger beroep ingesteld, komt het gelegde beslag te vervallen. Daarmee staat achteraf vast dat het beslag onrechtmatig is geweest. De beslaglegger kan in dat geval een schadevergoeding aan de debiteur verschuldigd zijn. Het leggen van beslag is dus niet zonder risico’s. De procesadvocaat bespreekt deze risico’s uiteraard vooraf, waarbij een goede belangenafweging wordt gemaakt. Wil je hierover meer weten? Neem gerust eens contact met ons op!